woensdag 16 maart 2016

Frankrijk belevenissen

Week 5
Ook dit was een rustig weekje. Met mijn been komt het helemaal goed. Hoewel, het wordt wel een litteken. Maar ik ben al voorzien, en hoef niemand meer te versieren [hihi]. We zijn nog terug geweest op de markt van St. Ambroix en hebben de dame van de kraam bedankt voor haar hulp. De rekening van het ziekenhuis en de ambulance krijgen we thuis gestuurd. Ben benieuwd. 
We zijn nog naar de "Cascade Du Sautadet" gegaan. Een heel appart gedeelte van de rivier de Cêze. Rotsen, watervallen en stroomvernellingen tussen de rotsen door. Kon maar een klein stukje lopen, maar vond het heel mooi.
En nu? Nu zijn we weer thuis. De terugreis ging voor mij perfect. Met een man die het liefst urenlang overal binnendoor rijdt. Maar ik claimde dat ik zielig was en niet lang in de auto kon zitten met mijn been. Dus....... Hoeraaa Tolweg. Woensdag vertrokken en vrijdag om 12.00 reden we de straat in en werden door Barend en Herma met open armen ontvangen. Ook de kinderen waren blij ons weer heelhuids terug te zien. En de volgende vakantie......zal ik voorzichtiger zijn.
Allemaal tot heel gauw ziens!!!
Liefs en een dikke knuffel van ons
Albert en Fia

WEEK 4
Zoals jullie zullen begrijpen hebben we de afgelopen week geen capriolen uitgehaald. Rustig op de camping gebleven of een tochtje met de auto gemaakt. O.a van Vallon Pont D’arc naar St.Martin, langs de gorges van de Ardêch. En een tochtje naar Roque sur Cêze. Een prachtige waterval in rots gebied. Jammer genoeg kon ik daar niet ver lopen, maar toch nog veel gezien. Met mijn been gaat het de goede kant op, maar ik zit er nog wel een weekje aan vast, en tegen die tijd gaan we weer aan de terugweg denken. Maar we houden jullie natuurlijk op de hoogte.
Ps. Wat ik nog wel even wil vertellen is dat ik op de brancard in die ambulance niet werd vast gebonden zoals in nederland. Ik werd gewezen op 2 steunen waar ik me maar aan moest vasthouden. En dat met die bochten en snelheid scheelde het niet veel of ik was op die broeder zijn schoot beland. Niet dat ik dat erg had gevonden, maar natuurlijk wel gênant.

WORDT VERVOLGD.



ONGELUKJE

Dinsdag, grote pech. Maar laat ik bij het begin beginnen. Het beloofd een mooie dag te worden en we vertrekken vroeg naar Sant Ambroix. Er is een grote markt en dan is er altijd drukte en gezelligheid. Ik wil bij het VVV even mijn verhaaltje op mijn blog naar jullie versturen. We gaan eerst koffie drinken, en dan loopt albert terug naar de parkeerplaats om de laptop te halen. Intussen loop ik de markt over. Als ik weer terug kom de afgesproken plek, zie ik nog een leuke kraam. Ik wandel er heen en wil de kraam inlopen. Dan voel ik me vallen. Ik val boven op een betonblok dat in de kraam staat. Ik hoor iemand gillen, en blijf heel even liggen, maar omdat ik niets voel en ook geen bloed zie sta ik op. Nou dat valt mee denk ik nog. Ik ben niet eens op straat gevallen. Ik kijk naar beneden en…………voel meteen al het bloed uit mijn hoofd weg trekken. Bij de aanblik van mijn linker scheenbeen zink ik straal misselijk neer op het blok en til allebei mijn benen er ook op, duw mijn hoofd  tussen mijn knieën en haal een paar keer diep adem. Met mijn hand probeer ik de boel op mijn been bij elkaar te houden. De gillende mevrouw duwt me een dot papier in de hand, maar ik heb al gezien dat daar geen kruit tegen gewassen is. Ik laat haar de plek zien en mompel het woord ambulance. Ze draaft weg en een ogenblik later staat er een agent naast me die ook kijkt. Geen discussie en hij gaat meteen bellen. Ondertussen komt Albert ook terug op het plein en kijkt zoekend rond. De niet meer gillende mevrouw wijs ik op hem, en wederom draaft ze weg. Nu om Albert te halen, die niet weet wat hij ziet. Ik zal jullie verdere details besparen, maar er kwam een ambulance, ik werd verbonden, in een rolstoel gezet en naar de ambulance gereden. Toen naar een ziekenhuis in Alês, 20 km verderop, met sirene. Daar kreeg ik plaatselijke verdoving en 10 hechtingen. 

Nu is het donderdag en we zijn naar het dorp gereden en zitten aan de koffie in een tentje met wifi. Vandaag de eerste stapjes gezet en het gaat goed. En beloofd, ik zal uitkijken en niet meer met mijn hoofd in de wolken lopen.
Dikke knuf van mij en tot mijn volgende verhaaltje.
PS. Albert is een ongelooflijk lieve mantelzorger en doet verschrikkelijk zijn best om mij goed te verzorgen.




WEEK 2
Na 2 heerlijke dagen aantuttelen in de sauna en het zwembad en zonnen voor de caravan was het tijd voor wat beweging. Naar Barjac, een dorpje op de grens met ”de Languedoc” en een gezellige markt.  Rond gelopen en alles bekeken. De volgende dag wandelschoenen aan en vanaf de camping het dal in gelopen naar de rivier de Cêze. De camping ligt in een bocht van deze rivier. Ik weet niet hoe we het voor elkaar kregen, maar we raakten elkaar kwijt. Lastig zoeken tussen al die struiken. Door het lawaai van de rivier kon Albert mij ook niet op mijn vingers horen fluiten. Uiteindelijk [hoera] vonden we elkaar natuurlijk wel weer terug. Toen lekker aan het water gezeten. [ijskoud, het water dan he]. Maandag wilden we naar Alês. Omdat er een elektrisch snoer van de Franse buren over onze kiezelplek lag moest ik de stekker er uit trekken en opzij leggen, zodat Albert er niet overheen zou rijden. Zo gezegd zo gedaan. De stekker er weer in en vervolgens rijd Albert weer vooruit over het snoer. Wat doe je nou brul ik. Hij geeft gas en rijd weer over het snoer naar de weg. Ik klim de auto in en doe mijn mond open. Ssst sist hij, de motor doet raar. Ik sluit mijn mond weer en spits mijn oren. Ik hoor alleen zachtjes een nummer van de Shadows door de radio. Dat is de mp3 speler gier ik. Het intro van dat nummer klonk nogal rammelig vond Albert. 70 he. Woensdag naar Goudargues. Een heel gezellig dorp dat een kanaaltje heeft afgetakt van de Cêze, en dat door het dorp laat lopen. Het doet een beetje denken aan Gulpen in Limburg. Aan het water gaan we koffie drinken en lopen rond. Op de terug weg stoppen we even in Cornillon. Een dorp op een berg met middeleeuwse bouwwerken. Vanuit deze streek zijn rond 1200 kruistochten georganiseerd o.a. tegen de Katharen,  Op de camping weer aan gekomen barst er een hevig onweer los.
Wordt vervolgd


WEEK 3
Gelijk helemaal zonder internet vanwege het onweer. Verderop in het dal aan onze kant ligt een verlate kasteelruïne. We besluiten er heen te wandelen. Niet via de weg maar door het dal, en dat is goed te doen horen we. Wanneer zij dat pad voor het laatst hebben gelopen verteld het verhaal niet, maar het was behoorlijk gevaarlijk. Door de bossen en alleen maar rotsen waar we over moesten klauteren. Bij de ruïne aan gekomen loopt het pad aan een kant dood, maar loopt erlangs wel door naar beneden. Ik zie dat niet zitten en klim op een rotspunt en ga daar lekker in het zonnetje zitten. Albert wil wel weten wat daar beneden is. Na een kwartier hoor ik voetstappen en ik kijk naar beneden, verwacht Albert. Maar er komt een vreemde man naar boven. En wel……………..spiernaakt. Er zitten hier naturistencampings, maar om nou een ruïne op een openbare plaats in je blootje te gaan bekijken gaat toch wat ver denk ik. Hij krijgt mij op mijn hoge rots niet in het vizier, en ik volg hem met zijn rugtas en sokken met wandelschoenen langs de oude muur tot hij in het bos verdwijnt. Ik blijf rustig zitten [val absoluut niet van schrik naar beneden] en na 10 min verschijnt Albert ook weer boven. Hij had de man {fransman} ook gezien. We kijken nog wel even hoe die man op die doodlopende weg kon verdwijnen, maar wij ontdekten geen doorgang. We besluiten dat het veiliger is om de gewone weg terug te nemen. En dat doen we ook. Zaterdag maken  weer een autotochtje naar Vallon Pont d’arc en Ruoms. Een mooie tocht en onderweg lekker eten. Maandag willen we door het dal de andere kant oplopen. Naar beneden gaat prima, en langs het water ook. Dan komt er een rots gedeelte en wat zie ik? Keutels roep ik naar Albert. Konijnen roept Albert terug. Nee joh ’t zijn grote keutels. We zijn nog niet uitgesproken of we kijken recht in de wantrouwig kijkende ogen van een…………..bok met enorme hoorns. Hij is groot en ik vind hem een beetje eng. Ksst Ksst zeg ik tegen hem. Binnen een paar sec. staan er 6 van die beesten naar ons te kijken. We kunnen er rechts langs, tussen de bokken en de rotswand, of links tussen de bokken en de rivier. We kiezen voor de laatste optie. [Kan ik altijd nog in de rivier springen], maar zodra we in beweging komen verliezen ze hun belangstelling voor ons en vervolgen knabbelend aan struiken hun weg. Wij ook. Maar dan houd het pad op. Er hangt om de rots een staalkabel boven het water. Albert gaat eerst. Met ware doodsverachting slingert Albert zich naar de andere kant. Dan ik, pffff. Halverwege komt mijn hand klem te zitten tussen de kabel en de rots. Door de pijn let ik niet meer op mijn voeten en glij naar beneden. Tot mijn knieën in het water. Albert filmt. Hallo help mij is even. Natuurlijk kwam ik ook aan de andere kant, al moest ik wel de rest van de toch lopen met soppende bergschoenen.
Wordt vervolgd





WEEK 1.
Met een rustig gangetje vertrokken we woensdag rond half 10 richting Frankrijk. Naar de westkant, want daar leek het weer goed. Uitgezwaaid door Wijnanda en Ferry (Barend en Herma waren al weg) en Ferry grapte nog, “rijd eerst nog maar een paar rondjes tot je zeker weet dat je niets vergeten bent”.(hij kent ons) Vrolijk lachend reden we de straat uit toen ik riep, “Albert stop, mijn jas hangt nog aan de kapstok”. Ik sprong uit de auto en draafde met een vaartje terug naar huis waar ik hartelijk werd uitgelachen. Dat krijg je als je al 41 jaar naast elkaar woont. In 3 x reden we naar Camping Laborde, tussen Bordeaux en Toulouse. Vergezeld van flink wat regen en soms temp. van 5 graden, maar gelukkig had ik mijn jas bij me. Hier bleven we 3 dagen met gelukkig de zon, maar niet erg warm. Maar ja het was nog maar Maart. Een bezoek gebracht aan de grote Kathedraal van Perigueux, en een kaarsje laten branden voor Barend. In Villeneuve-Sur-Lot gingen we gezellig naar de markt en ‘s middags een kastelentoertje gemaakt.
En nu zijn we alweer doorgestoomd naar de Lounguedoc. De kou verjoeg ons naar deze streek, waar we de hele dag heerlijk (zonder jas) in de zon hebben zitten soesen. De camping “La Sabliére” ligt op een steile helling van riviertje “de Céze”. Goed voor onze spieren en conditie. Even naar het toilet 100m naar boven. Naar het zwembad 200m naar beneden. Naar de winkel, oeps 8oom naar beneden. Naar het riviertje zijn we nog maar niet gelopen. En allemaal helemaal steil.
Morgen naar het plaatsje Barjac voor een leuke markt.
Wordt vervolgd